Ken je de peuterbijbel BUSKRUIT met PEUTERS Alles wat je (niet) wilt weten over dreumesen en peuters? Een soort van handleiding voor kinderen tussen de 1 en 4 jaar oud. Een heel fijn boek waar ik uit put op momenten dat mijn kinderen het uiterste van mij vragen. Er is alleen 1 dingetje: met dank aan dit boek heb ik nu wel een dochter (van 5 jaar oud) die erbij loopt als een kermisattractie. Of eigenlijk zou ik Leco de schuld moeten geven, zijn geschreven bijdrage in het het boek, maar ik weet zelf ook wel dat dat nergens op zou slaan. Want zijn advies, eerlijk is eerlijk, vind ik nog steeds een goed advies.

 

Voor diegenen die het boek niet kennen, of Leco’s specifieke bijdrage niet kennen, even een hele korte samenvatting van wat hij zegt over kinderen en smaak:

“De smaakontwikkeling van kindjes begint meestal al op jonge leeftijd. Een goede smaak, geen smaak, of een lelijke smaak: het is allemaal smaak… Wat zo leuk is aan kinderen is dat ze, jong als ze zijn, al een eigen smaak ontwikkelen. Mijn tip hierbij: laat ze hierin vrij opgroeien. Je kunt als ouders volgens mij beter niet zeggen: ‘Dat mag wel en dat mag niet’, of ‘Dit is stom’. Iedereen heeft z’n eigen smaak. Je kunt beter aan je kind vragen: ‘Wat vind je leuk?’ in plaats van zeggen ‘Dit trek je aan!’ Wellicht kom je anders later nog voor (minder leuke) verrassingen te staan: zet je je kinderen in een keurslijf, dan loop je de kans dat ze later rebels gaan worden… Ik zou kinderen daarom altijd vrijlaten in hun kledingkeuze: goed voor de smaakontwikkeling!” Aldus Leco van Zadelhof.

Zo gezegd, zo gedaan dus. Het resultaat: een kind met een unieke, eigenzinnige, in ieder geval totaal andere smaak dan ik.

Een roze tutu-rok gecombineerd met rode, stoere, veel te grote Spiderman-trui van haar broer, paarse kniekousen en gele snowboots: zij vindt het de bom. Zwarte Pieten-pak in de zomer: waarom niet? Een tot onder haar knieën afgeknipte oude spijkerbroek met een trui waarvan de mouwen zijn geknipt – door haar zelf, dus je kunt je voorstellen hoe dat eruit zal zien (‘Er zat toch een gaatje in mam!’): ze noemt het haar ‘loze’ (van mouwloze- en broekspijploze) outfit.

En haar kapsel doet vrolijk mee: staart boven op haar hoofd (en dan bedoel ik echt bóven op haar hoofd, liefst tegen de haargrens aan) of een schuine staart… en ik dacht nog wel dat we de jaren ’70 ver achter ons hadden gelaten. Mijn eigen excentrieke dochter heeft het verleden eigenhandig weer in leven geroepen.

 

En ik houd nog wel zo van shoppen! Het liefst zou ik haar kleden in de mooiste jurkjes, de schattigste rokjes, de leukste truitjes. Ik zou helemaal los kunnen gaan op meisjeskleding – Wildstore.nl https://www.girlslabel.com/kindermode-trends-winter-2018 en https://www.wildstore.nl/meisjes/kleding. Ik window-shop me daar online wat af en zie de leukste kleding. Maar nee, mijn meisje houdt er een geheel eigen stijl op na.

 

Creatief is ze wel. Dat moet ik haar nageven. En ze wordt in de buurt geroemd om haar authenticiteit. Dat vind ik dan ook wel weer heel erg stoer. Ze heeft lak aan wat anderen vinden: zíj vindt het mooi en omdat ze dat uitstraalt, vinden anderen het ook leuk. En dat is toch eigenlijk het allerbelangrijkste?

Leco heeft dus eigenlijk gewoon hartstikke gelijk: lekker laten gaan, goed voor de smaakontwikkeling denk ik dan maar (ook al doet het me soms pijn… aan mijn ogen).

Pin It on Pinterest

Share This